Carolijn Schrijft is sinds 2016 mijn tekstbureau en sinds 2024 een AI & Human copybureau. Als ik werk met Chat, Claude, Perplexity en Notebook LM, dan werk ik minstens 3 keer zo snel als voorheen – de toekomst van mijn werk. Vind ik dit leuk? Niet altijd. Ik houd van schaven, bedenken, lachen om mijn eigen woordgrappen of scherpe introteksten. Ik geniet van zwoegen, 100 x deleten en dan ineens alles uit mijn pen laten vloeien. Van het vertellen van verhalen. Kortom, het ambacht. Om die hobby wat vaker te kunnen uitoefenen, schrijf ik elke week voor mezelf en voor die 3 mensen die het toevallig lezen. Hoor jij daarbij? Welkom, dit keer over mijn krantenwijk!

Zaterdag sportdag. Een paar weken geleden stond ik langs het voetbalveld de moeder des vaderlands uit te hangen. Met de andere puber-moeders hadden we het over onze lieftallige zonen en deelden we anekdotes over bijbaantjes. Nou zijn wij hier thuis best wel streng als het gaat om werken. Als hij van 14 zijn saldo weer bij de Jumbo/voetbalkantine/Lidl/friettent heeft verlaagd en daarna om geld komt vragen, hoort-ie steeds hetzelfde liedje. ‘Er is niks mis met werken, je moeder had vroeger 3 baantjes TE-GE-LIJK en witte wel wat dat allemaal kost wat jij wilt hebben. Dan ga je maar extra werken.’ Wees gerust: hij krijgt ook zakgeld.

Toen hij 14 jaar werd, ging hij aan de slag met een krantenwijkje. Elke donderdagavond brengt hij bij 75 huizen (verspreid over verschillende straten) de krant langs. En diezelfde donderdag verloopt nu elke week hetzelfde: hij komt om 16.30 uit school, gooit zijn tas en daarna zichzelf neer, laat weten hoe zwaar hij het heeft, en om in LinkedIn-termen te blijven: van werkgeluk is geen sprake en dat mogen wij hier in huis allemaal weten. Het is de puberteit, het is een fase…

Het kan nu 2 kanten op, afhankelijk van mijn agenda. 1: ik heb alle deadlines keurig op orde en doe aan gentle parenting. Of 2. Ik laat ‘m héél even in zijn noodlesoep gaar koken en dan ga ik los. ‘Ik geef jou 3 minuten om bij zinnen te komen en dan stap jij op de fiets. En ruim verdomme eerst die tas op!’
Tja, ik ben ook maar een mens hè, wel half robot tegenwoordig, maar toch.

Terug naar de zijlijn. Moeder X kijkt me verbaasd aan nadat ik het bijbaantje van mijn zoon deelde. ‘Doet die van jullie krantjes? Nou, dat hebben wij 3 weken gedaan en mag jij raden wie er toen mee kon gaan lopen omdat hij er niks aan vond of er heel lang over deed.’ Tadaa…Nu kwam in mij de capo dit tutti mama naar boven. Want deze moeder wist het wel. Hard maken die kinders! Never nooit dat ik zijn krantenprobleem ga oplossen, bla bla.

Een paar dagen later komt er een brief van school. Er was een avond georganiseerd met als gevolg dat mijn zoon pas om 20.30 aan zijn krantenwijk zou kunnen beginnen. Die krant moet op donderdag bij abonnees zijn, verplaatsen naar vrijdag is dus geen optie. Oké, oké, ik zou het wel doen. Maar slechts één keer hoor!! En dan zul je nét zien dat dat gewoon totaal niet uitkomt. Werk, vrijwilligerswerk, een wasmand waar je de Chinese Muur mee kunt behangen, enz

Na 20 x buienradar checken kwam ik erachter dat ik toch echt mijn regenjas aan moest trekken. Eenmaal onderweg gaat het nog harder regenen en ik denk dat een of andere opvoed-god mij wil duidelijk maken dat ik niet zo hard voor mijn kind moet zijn. Tegen het einde van de ronde zijn mijn vingers ijskoud en mijn humeur nog kouder.
In de voorlaatste straat kom ik bij een brievenbus waar van die haartjes in zitten tegen de tocht. Ik krijg die krant niet naar binnen, ga proppen als een 14-jarige en mompel ‘t*fusk*tzooi.’ Op de oprit van de buren staat een iets oudere meneer die net zijn hangbrievenbus wil openen. Hij bekijkt mijn gehannes geïnteresseerd, alsof hij een kaartje voor deze slechte voorstelling heeft gekocht. Cynisch doch vriendelijk (en veel te luid) zeg ik dan: ‘Meneer, bij u zit de krant prrrrrima in de bus, geen enkele zorgen.’

Antwoordt hij: ‘Die andere bezorger, is dat uw zoon?’ ‘Ja.’ ‘Leuk menneke, die zwaait en lacht altijd! Daar mag u trots op zijn.’
En een voorbeeld aan nemen, dat dacht hij erachteraan. Ik zag het aan zijn gezicht.
Het voordeel, ik had het meteen heet én blijkbaar doe ik dus nog iets goed in de opvoeding.